DRONTEN - Burgemeester Aat de Jonge herkent zich absoluut niet in het rapport waarin vermeld is dat de politie van het platteland verdwijnt. Hij wijst er juist op dat met name de wijkagenten in de gemeente Dronten uitstekend werk doen.
Leen Verbeek, commissaris van de koning in Flevoland, kreeg er flink van langs van de burgemeester. Verbeek is verantwoordelijk voor het rapport en Aat de Jonge herinnerde er fijntjes aan dat de commissaris niet over de nationale politie gaat. Die verantwoordelijkheid ligt bij de burgemeesters. De burgemeester van Dronten heeft zelf zitting in het bestuur van de nationale politie.
De PvdA had de burgemeester gevraagd of hij zich herkent in het beeld dat er geen politie meer zou zijn op het platteland. „Integendeel”, antwoordde De Jonge, „Ik prijs onze politie en met name de acht wijkagenten die echt voortreffelijk werk doen. Zij zijn onze ogen en oren in alle wijken, ook in Swifterbant en Biddinghuizen.”
Volop politie aanwezig
Ook bij grootschalige problemen is er volgens de burgemeester niets aan de hand: „Ik heb de ervaring dat er dan heel snel wordt opgeschaald en er volop politie aanwezig is.”
„Dat neemt niet weg dat we in een dunbevolkt gebied wonen met grote afstanden tussen de woonkernen en dat de aanrijtijden soms lang kunnen zijn. Dat geldt ook voor de GGD en soms ook voor de brandweer.”, vervolgde Aat de Jonge.
Te weinig rechercheurs
Wel noemde hij enkele andere problemen. Zo komen ‘de gewone wijkagenten’ op straat veel zaken tegen, die door rechercheurs zouden moeten worden uitgezocht. Er zijn daarvoor echter te weinig rechercheurs en het bestuur van de nationale politie heeft daarom met klem gevraagd om meer rechercheurs.
Een tweede probleem is dat de politie vergrijst en behoefte heeft aan gespecialiseerd personeel: „Goed opgeleide mensen om nieuwe vormen van criminaliteit aan te pakken.”
