DRONTEN - „Het is eigenlijk heel gezellig”, zegt Janneke de Graaf over de aanwezigheid van de politie tijdens de open dag in woonzorgcentrum De Regenboog. De politieagent gaf informatie over criminaliteit waarmee ouderen te maken krijgen. Maar er was ook veel belangstelling voor de politiemotor: „Net was er nog een man van 75 die graag op de motor op de foto wou.”
Vanwaar de aanwezigheid van de politie in een woonzorgcentrum?
Janneke de Graaf: „We geven vandaag vooral informatie over de babbeltrucs. Daarbij krijgen ze bijvoorbeeld een telefoontje als: ‘Hallo oma, raad eens wie ik ben?’ Oma noemt dan vaak een naam van een kleinkind - Suzanne bijvoorbeeld - en dan begint het: ‘Ik ben inderdaad Suzanne, ik heb dringend drieduizend euro nodig. Als u dat wilt pinnen, koop ik taart en kom ik het zo bij u ophalen.”
Trappen ouderen er vaak in?
„In ieder geval schrikken ze er van. Vaak denken ze: het kan niet waar zijn. Dan leggen ze de hoorn op de telefoon. Maar voor hetzelfde geld gaan ze wel geld halen. Daarover willen we de mensen graag voorlichten.”
Is dat de enige criminaliteit specifiek bij ouderen?
„Nee, soms wordt er ook aangebeld bij de woning. Dat gebeurt vooral als het mooi weer is en alle deuren staan open. De mensen worden dan afgeleid en via de achterdeur gaat er iemand op zoek naar sieraden, geld, apparatuur of een mobieltje.”
Is dat schering en inslag?
„Dat valt op zich wel mee. Vorige maand hadden we vier of vijf incidenten waarbij mensen opgebeld zijn. Op basis daarvan hebben we besloten het toch weer even aan te scherpen. Daarom maken we nu duidelijk tijdens deze open dag wat er kan gebeuren.”
Hebben de mensen ècht iets aan jullie informatie?
„Ja hoor, we delen ook folders uit. En als mensen het echt niet vertrouwen is altijd het advies: bel de politie! Dan komen wij langs om te kijken en om tips te geven.”
Wat zijn dat voor mensen, die zich proberen te verrijken ten koste van ouderen?
„Daar zou ik van alles op kunnen zeggen… We hebben wel een doelgroep in het oog, maar ik vind het heel lastig om daar in de krant uitspraken over te doen.”
