BIDDINGHUIZEN - De Flintstones houden komende zaterdag (22 juni) hun tweede autocross van het seizoen. Om tien uur beginnen op het Van Wervencircuit de reguliere klasses. ’s Middags vanaf drie uur volgt de ‘Polderronde’ over tweehonderd rondjes.
Waarom een uurscross?
Voorzitter Pepijn Dijkhuis van ACV De Flintstones: „Het is de derde keer dat we dit doen. De vorige keren sloeg het heel erg aan. Je ziet in heel Nederland dat uurscrosses ‘booming’ zijn. We hebben deze keer het ‘rondje van de polder’ bedacht. Een rondje om Flevoland is geloof ik 147 kilometer en dat komt neer op een rijtijd van ongeveer 2,5 uur.”
Hoe is de belangstelling?
„Er zijn steeds meer jongens die hier hun sport van maken. We hebben uit m’n hoofd gezegd 67 hoofdcoureurs en die gaan allemaal tegelijk van start.”
Waar komen die deelnemers vandaan?
„Het is begonnen met hoofdzakelijk deelnemers uit de polder, maar door onze mooie baan en onze faciliteiten komen er ook steeds meer jongens van buitenaf. De Foute Cross in Lopik was door omstandigheden afgelast en daardoor komen er ook een hoop deelnemers uit die hoek van het land.”
Je hebt het over ‘hoofdcoureurs’. Wat bedoel je daarmee?
„Je mag een tweede coureur opgeven. Twee en een half uur rijden is best lang, dus je mag tijdens de cross sleutelen, van banden wisselen en je mag ook van coureur wisselen.”
Is 2,5 uur crossen voor de auto’s te doen? Haalt iedereen de finish?
„Strategisch denken is een belangrijk onderdeel van zo’n uurscross. Normaal moet je vijf of zes rondjes echt knallen. Hier gaat het om constantheid. Je moet op je tankinhoud letten, goed luisteren naar je monteurs. Het is dus niet zo belangrijk dat je heel veel geld hebt; het gaat vooral om de constantheid en strategie. De vorige keer was er een klein Renaultje. Gewoonlijk geef je geen stuiver voor z’n kansen, maar hij werd gewoon derde.”
Heb je niet veel minder sensatie als coureurs zich gaan inhouden?
„Sensatie genoeg. Normaal rijden wij met maximaal 15 auto’s per heat. Nu sta je met dik zestig auto’s aan de start. Die gaan allemaal tegelijk rijden op een baan van 570 meter en dat betekent heel veel beweging om je heen. Bovendien rijden de shovels, trekkers en duwauto’s gewoon mee. Die drukken continu de schadegevalletjes naar de pits, zodat we de baan vrij en veilig houden.”
Wordt er gecrosst met het mes tussen de tanden?
„Je merkt juist heel veel saamhorigheid. In de pits is het vooral: heb jij een veerpoot voor me? Of: wie heeft er een aandrijfas? Op het moment dat jij die pitstraat in rijdt, staan er twintig monteurs die jou graag willen helpen om het einde van die race te halen. Dat geeft altijd een hele mooie sfeer.”
Hoe ligt de baan er bij?
„Grandioos. Normaal gesproken zijn we nu bezig met bevochtigen, maar gezien het water dat nu al gevallen is en de weersverwachtingen denk ik dat we alleen vrijdagavond nog moeten sproeien. En dan is het een biljartlaken!”
Heb je er zin in?
„Ik heb er reteveel zin in. En dat geldt voor iedereen om ons heen. We zijn met een grote club vrijwilligers bezig om er een mooie dag van te maken. Zoals het nu lijkt, kan het allemaal heel mooi worden.”