BIDDINGHUIZEN - Op Lowlands staat de komende dagen het ‘restaurant van de toekomst’. In dat restaurant nemen Lowlands en de Rabobank een voorschot op de voedselvoorziening in het jaar 2050. Carel Bouma is met zijn biologische akkerbouwbedrijf gevestigd aan de Alikruikweg en hij is letterlijk de buurman van Lowlands. Veel van de producten die straks in Brasserie 2050 geserveerd worden, zijn afkomstig van zijn akkers.
Wat is jouw link met Lowlands?
Carel Bouma: „Ik zit op dit moment op de trekker. Als ik naar links kijk, dan kijk ik op het Alpha-podium. Lowlands is onze achterbuurman. Zo is via-via het contact ontstaan.”
Is Lowlands een fijne buurman?
„We zitten nog net niet ingesloten door Lowlands. Wel zie ik overal om me heen tenten staan en ik kijk uit op de camperparkeerplaats. Prachtig!”
Heb je dat altijd als prachtig ervaren?
„Jazeker. Mojo doet het heel goed, die geven de omwonenden bijvoorbeeld vrijkaarten. Als de wind verkeerd staat dan horen wij het goed, maar als je er naartoe kunt, dan maakt dat veel goed. We spreken er meestal af met een heleboel buren en dat is altijd reuzegezellig.”
Is het logisch dat het restaurant uitgerekend bij jouw bedrijf is uitgekomen?
„Jazeker. Allereerst omdat wij een biologisch akkerbouwbedrijf hebben en daarnaast omdat zij de filosofie hebben van: als je het dichtbij kunt krijgen, waarom zou je het dan van ver weg halen?”
In hoeverre is jouw bedrijf bezig met de voedselvoorziening in het jaar 2050?
„Wij leveren producten waarmee we vooruitlopen op de toekomst. Wij telen bijvoorbeeld gewassen die we hebben aangepast aan de klimaatsveranderingen, zoals zoete aardappelen. Dat is eigenlijk een subtropisch gewas, maar door het klimaat gaat het bij ons al jaren heel goed. Knoflook is ook zo’n gewas dat je eigenlijk in Frankrijk verwacht of in Spanje en dat je tegenwoordig in Nederland heel goed kunt telen. Dat zijn naast alle nadelen de voordelen van de klimaatsverandering. We proberen van het nadeel een voordeel te maken.”
Is het initiatief voor de samenwerking van jullie uitgegaan?
„Nee, wij hebben vroeger wel getracht om contacten te leggen met Lowlands. Via Mojo was dat altijd lastig. Deze keer past het gewoon heel goed.”
Wat voor producten gaan jullie leveren?
„Wij leveren decoratiemateriaal, dat we deels ook weer terugkrijgen, zoals uien met loof en haver in bosjes. Maar we leveren ook paarse aardappelen, gewone aardappelen, uien, knoflook, dat soort producten.”
Verwacht je dat dit voor jouw bedrijf iets gaat opleveren?
„We zijn biologische telers en dat dragen we graag uit, dus dit is wel een positieve reclame. En dat jij nu belt, dat zorgt natuurlijk al voor aandacht. Verder worden we er niet echt beter van, want ons bedrijf is er niet op ingericht om op deze schaal producten klaar te maken en te leveren.”
Je moet er extra moeite voor doen?
„Door de droogte en door het weer is onze oogst wat verlaat. We zijn nu speciaal voor Lowlands met de hand een aantal producten aan het oogsten die we normaal gesproken op dit moment al in de schuur hebben liggen. Een aantal producten hebben we al geleverd en vandaag volgen er nog meer. We zijn op dit moment bijvoorbeeld nog bosuien aan het oogsten. Dat levert dus inderdaad meer werk op.”
Dus eigenlijk komt het slecht uit?
„Ach, als je A zegt moet je ook B zeggen. En het is ook gewoon heel leuk om te doen.”
Vind je het spannend?
„Op zich niet, want ik weet dat we goede producten hebben. Wat wel een beetje spannend is, dat is dat je iets moet afleveren op een manier die je nog nooit eerder gedaan hebt. Wij kunnen heel goed aardappels sorteren en in grote kisten afleveren. Dit gaat rechtstreeks naar een kok, die er wat mee gaat maken. Je hebt daar wel een idee bij, maar hoe dat is, dat zal achteraf blijken.”
Je gaat het zelf ook proberen?
„Ja, we hebben een uitnodiging gekregen. Donderdagavond is er een persmoment en daar mogen wij ook aanwezig zijn.”