DRONTEN - De amateurkunstenaars Marlène Boons, Thea en René Spanjersberg hebben bij de gemeente Dronten aangeklopt voor steun voor hun op te richten kunstenaarscollectief. Ze zijn op zoek naar een eigen gebouw voor ateliers en exposities. Het drietal stond onlangs op de ideeënmarkt in het gemeentehuis.
Wat is precies jullie idee?
René Spanjersberg: „Wij willen een kunstenaarscollectief oprichten. Dat bestaat niet in Dronten. Ons doel is om mensen met dezelfde interesse te verenigen. Die interesse is kunst en dat kan op alle mogelijke manieren zijn: schilderen, beeldhouwen, sieraden maken, muziek componeren, noem naar op.”
Gaat dat dan om kunstenaars die hun geld ermee moeten verdienen?
„Voor mezelf vind ik kunstenaar een groot woord, ik ben amateurkunstenaar. Ik praat dus niet over professionele kunstenaars. We zoeken de amateur die de financiële middelen of de ruimte niet heeft om zijn kunst naar buiten te brengen. Want dat is wat wij willen bereiken: dat andere mensen er ook naar kunnen kijken of het kunnen kopen als ze geïnteresseerd zijn.”
Met z’n hoevelen zijn jullie?
„In ieder geval al met vijftien mensen. Maar als het echt van de grond komt, kan ik me voorstellen dat er nog veel meer amateurkunstenaars zijn die zeggen: wat leuk, daar wil ik graag aan meedoen!”
Wat willen jullie precies bereiken met dat kunstenaarscollectief?
„Het fijnste zou zijn als de gemeente Dronten een leeg gebouw beschikbaar stelt, waar we gezamenlijk kunst kunnen bedrijven. Dat zou een mooie start zijn.”
Naar wat voor gebouw zoeken jullie?
„Het moet een gebouw zijn dat eenvoudig en met weinig middelen geschikt gemaakt kan worden voor het inrichten van meerdere ateliers. Daarnaast willen we er ook een expositieruimte inrichten.”
Zou dat in een noodgebouw kunnen?
„Nee, we willen het liefst iets voor de lange termijn. Dus niet dat we dit jaar een ruimte krijgen waar we volgend jaar alweer uit moeten.”
Kunnen jullie niet in bijvoorbeeld De Meerpaal of de bibliotheek gaan zitten?
„Nee, wij zoeken een ruimte waar je permanent kunt zijn. In de bibliotheek moet je om vijf uur opstappen. Het moet niet zo zijn dat je ’s avonds met een half-afgemaakt schilderij onder je arm weer naar huis moet. Dat werkt niet.”
Wat vragen jullie aan de gemeente Dronten?
„Allereerst dus het beschikbaar stellen van een gebouw. Daarnaast een eenmalige subsidie voor het gebruiksklaar maken van de ateliers en een subsidie voor de exploitatie, de continuïteit en het beheer. Het belangrijkste is dat de gemeente ons idee omarmt: een ontmoetingsplaats voor kunstenaars, waar ze kunnen werken en tevens kunnen exposeren. Dat zou toch geweldig zijn?”
Je noemt die eigen ruimte ‘een start’? Daarna moet er nog meer gebeuren?
„Inderdaad, het voordeel van een collectief is dat je gezamenlijk kunt optreden. Je kunt gezamenlijk promotie naar buiten doen, je kunt kennis delen met elkaar, je kunt cursussen geven, kortom: je kunt met elkaar kunst maken.”
Je kunt toch ook gezamenlijk optrekken zonder eigen gebouw?
„Op zich wel, maar je ziet nu toch dat kunstenaars geïsoleerd aan het werk zijn in hun eigen atelier. In een gezamenlijk gebouw tref je elkaar geregeld om te reflecteren, elkaar te inspireren en gezamenlijk activiteiten te ontwikkelen. Je kunt dan gebruik maken van elkaars vakkundigheden en kwaliteiten.”