SWIFTERBANT - Voor de directeuren van de drie basisscholen in Swifterbant komen de nieuwbouwplannen van het college van B en W volledig uit de lucht vallen. „Het lijkt een complete losse flodder, wij weten van niets”, zegt Geertje van Keulen van christelijke basisschool De Branding.
Het nieuwe college van B en W heeft vorige week haar plannen gepresenteerd. Daarin staat onder andere: „ We onderzoeken de mogelijkheden voor het bouwen van een gezamenlijke onderwijshuisvesting met sportzaal in Swifterbant.”
Waar komt dit vandaan?
De publicatie over dat plan op DeDrontenaar.nl kwam voor Geertje van Keulen als een verrassing.„De wethouder heeft het over een huisvestingsconvenant dat ooit gesloten is. Maar mijn bestuur wist ook van niets”, zegt Van Keulen, „Mijn eerste reactie was dan ook verbazing: waar komt dit vandaan?”
Haar collega Jan van Dorsser van openbare basisschool De Duykeldam is voorzichtig met het doen van uitspraken. Wel erkent hij verrast te zijn door het interviewtje met de wethouder. Van Dorsser gaat vandaag zijn licht opsteken bij z’n bestuur.
Erik van Turnhout van RK-basisschool De Golfslag heeft alleen via-via kennis genomen van de plannen. Hij erkent niet op de hoogte te zijn van mogelijke nieuwbouwplannen: „Maar misschien mijn bestuur wel, dat weet ik niet.”
Heel blij met het gebouw
Gevraagd naar een inhoudelijk oordeel over de gemeentelijke plannen zegt Geertje van Keulen: „Ik ben heel blij met het gebouw dat we nu hebben. Het gebouw is in goede staat, we hebben grote en lichte lokalen, we zitten centraal in het dorp en de samenwerking met de andere scholen is goed. Ik hoef dus niet zomaar een nieuw gebouw.” Ze wil daarmee niet zeggen dat ze bij voorbaat tegen nieuwbouw is.
Ook Jan van Dorsser zegt tevreden te zijn met de huidige huisvesting van zijn school: „Maar ik ben ook directeur in Biddinghuizen en ik merk dat het daar goed werkt. Alleen is de situatie daar weer anders dan in Swifterbant.”
Gebouw is 50 jaar oud
Van Turnhout heeft van de drie de grootste bedenkingen bij het huidige gebouw: „De school bestaat 50 jaar, het gebouw is net zo oud en dan kom je op een punt dat er veel onderhoud moet gaan plaatsvinden.”
„Op een gegeven moment moet je dan de afweging maken van: wat gaan we doen met de schoolgebouwen? Ik vind het op zich een logische gedachte dat erover nagedacht wordt, maar ik ben er niet van op de hoogte.”