DEN HAAG - Bij de Raad van State is gisteren de zitting gehouden over Windplan Blauw. De actiegroep Windbrekers en de vereniging van Dorpsbelangen hebben hun bezwaren toegelicht. Voor- en tegenstanders meldden na afloop dat ze voldoende in de gelegenheid zijn gesteld om hun zegje te doen.
De zitting begon gistermorgen om tien uur. Tussendoor was er een lunchpauze en om drie uur was het klaar. De Windbrekers hadden doelbewust weinig publiciteit aan de bijeenkomst gegeven. Actievoerder Co Hermans: „Als er veel mensen meegaan, loop je het risico op ongewenste situaties. Dan gaan mensen op de tribune zich ermee bemoeien en dat moet je niet willen.”
Zorgvuldig geluisterd
„Het is goed gegaan. De Raad van State heeft vragen gesteld en wij zijn in staat gesteld om daar antwoord op te geven”, zegt voorzitter Stephan de Clerck van Swifterwint BV, „En ik denk dat er ook naar de appelanten zorgvuldig is geluisterd.” De bestuurder van de windkoepel vertelt dat ook het ministerie en Rijkswaterstaat de besluiten goed van commentaar hebben kunnen voorzien.
„Voor mij was het de eerste keer dat ik bij zo’n zitting was; een hele ervaring”, vertelt Co Hermans van de Windbrekers, „Er zijn vragen gesteld over de bezwaarschriften en die hebben we beantwoord. We hebben opnieuw benadrukt dat we niet tegen het windplan zijn, maar alleen tegen de extreme overlast van vijf windmolens.”
Dorpsbelangen is niet heel lang aan het woord geweest. „Dat kwam omdat het verhaal dat wij op schrift hadden gesteld heel duidelijk was”, vertelt een woordvoerder. De Windbrekers hadden meer tijd nodig. Co Hermans vindt dat hij alles heeft kunnen zeggen wat hij kwijt wilde.
Goed gevoel
„Ik heb er een goed gevoel aan overgehouden”, aldus De Clerck, „Het is een zorgvuldig proces. We moeten netjes afwachten wat de Raad van State er van vindt, maar ik zie de uitspraak met vertrouwen tegemoet.”
Dorpsbelangen doet geen prognose: „Het is gewoon afwachten.” Co Hermans: „Ik durf niet te zeggen of wij gaan winnen. Je kunt er geen pijl op trekken, maar ik ben niet onverdeeld pessimistisch. Al zegt dat helemaal niets.”
De Raad van State waarschuwde wel, dat de uitspraak waarschijnlijk even op zich laat wachten. In principe volgt de uitspraak over zes weken, maar gezien de vakantietijd kan het zomaar gebeuren dat daar nog eens een termijn van zes weken bij komt.
