DRONTEN - Wethouder Roelof Siepel (ChristenUnie) constateert dat de bomen in Dronten steeds ouder en dus groter worden. Dit leidt tot een toenemend aantal vragen om gemeentelijke bomen te kappen. „Maar we kappen bomen in beginsel niet”, is zijn reactie.
Wethouder Siepel wil graag duidelijk maken hoe de gemeente met haar bomen omgaat. Daarom heeft het college nu een ‘beoordelingskader’ vastgesteld. Daarin staat onder welke omstandigheden de gemeente eventueel een boom wil kappen, wat inwoners zelf kunnen doen en wat er gebeurt als inwoners en gemeente het niet met elkaar eens worden.
De gemeente Dronten is eigenaar van een dikke 18.000 bomen. „En daar zijn we hartstikke blij mee”, benadrukt de wethouder, „We zorgen er goed voor en dat doen wij omdat wij bomen heel belangrijk vinden.”
Tientallen keren
Tegelijkertijd merkt hij dat steeds meer bewoners vragen of de kettingzaag in een boom gezet kan worden: „Dat komt enkele tientallen keren per jaar voor.” De redenen zijn heel divers en variëren van schaduw voor zonnepanelen tot gezondheidsklachten.
Zelf is Siepel bijvoorbeeld betrokken geweest bij overleg met bewoners van de Kruidendreef, die hinder ondervonden van een natte drap veroorzaakt door luis in lindes. Ook heeft hij gesproken met bewoners van de Koozaadhof in Biddinghuizen, die last hadden van platanen.
Veiligheid
„De inwoners kunnen ons aanspreken als het gaat over veiligheid en het voorkomen van overlast. Maar we kunnen niet bij elke boom meewerken aan verzoek tot kap”, stelt de wethouder, „Vaak gaat het om het individuele belang van iemand en aan de andere kant het collectieve belang van een mooie, groene woonwijk.”
De gemeente kapt in principe alleen bomen als ze ziek zijn of gevaar opleveren. Roelof Siepel: „Het kan ook dat we moeten kappen om andere bomen meer ruimte te geven of voor bouwactiviteiten. Voor het overige blijven bomen gehandhaafd en proberen we door onderhoud de overlast zoveel mogelijk te beperken.”
Onacceptabel
Als bewoners toch vinden dat er sprake is van ‘onacceptabele overlast’, is dit volgens Siepel een grijs gebied: „Daarom hebben wij nu een schema opgesteld met allerlei vormen van overlast en hoe wij daarmee omgaan.”
In het overzicht van de gemeente staat ook welke bomen horen bij de zogenaamde ‘hoofdgroenstructuren’. Dit zijn met name de bomen langs de invalswegen van de dorpen en de wijken. Er valt met de gemeente nauwelijks te spreken over kap van deze bomen. Dat ligt anders bij de bomen in de straten en hofjes: „Daar hebben de inwoners meer zeggenschap over.”
