DRONTEN - De gemeente Dronten had vorig jaar de controle op de Drank- en Horecawet op een laag pitje staan. Inmiddels is de gemeente ervan overtuigd dat dit toch prioriteit moet krijgen: „Want horeca-ondernemers hebben moeite het hoofd boven water te houden tijdens de coronacrisis. Criminelen zien dit ook en proberen juist in deze tijd hun slag te slaan.”
De strijd tegen criminaliteit is niet de enige reden om de controle weer op te pakken, zo blijkt uit het jaarverslag Vergunningverlening Toezicht & Handhaving van de gemeente Dronten. Daarnaast spelen de vrees voor alcoholgebruik door jongeren, aantasting van leefbaarheid, verstoring van de openbare orde en oneerlijke concurrentie een rol.
Geen bevoegde BOA’s
De gemeente Dronten had zelf de afgelopen jaren geen bevoegde BOA voor de handhaving van de Drank- en Horecawet. Daarom werden die controles uitgevoerd door BOA’s uit de gemeente Noordoostpolder.
Het was de bedoeling dat de controleurs uit de NOP vooral zouden toezien op het drinken van alcohol door minderjarigen. Klaarblijkelijk is daar weinig van terechtgekomen, want het jaarverslag meldt: „Over de uitgevoerde controles in 2019 zijn geen cijfers beschikbaar.”
Omdat de gemeente Noordoostpolder ook zelf niet meer beschikte over voldoende capaciteit, is deze samenwerking eind 2019 gestopt: „Dronten heeft nu zelf een BOA geworven die voor dit specifieke toezicht wordt opgeleid.”
Samenwerking
Niet alleen op het gebied van controles was er een samenwerking, ook de rest van de handhaving van de Drank- en Horecawet werd samen met de Noordoostpolder en Urk uitgevoerd. Uit het jaarverslag valt op te maken dat dit geen succes is geweest. Zo heeft er geen evaluatie en actualisering van het beleid plaatsgevonden.
Of de samenwerking met NOP en Urk wordt voortgezet, is volgens het jaarverslag onduidelijk. Op andere terreinen worden de handen wel ineengeslagen: „En dit pleit ervoor om ook op het gebied van handhaving van de Drank- en Horecawet de samenwerking te continueren.”