KETELHAVEN - Er zijn de afgelopen jaren nauwelijks veranderingen geweest in het vliegverkeer boven Dronten. Ook het aantal klachten vanuit Dronten is zeer beperkt. Dat meldt staatssecretaris Sharon Dijksma van het ministerie van Infrastructuur en Milieu in een uitgebreide brief aan Mirjam Jager.
De inwoonster van Ketelhaven klaagde in augustus bij tal van instanties, omdat in haar ogen de overlast van het vliegverkeer enorm was toegenomen. Rob Huyser, directeur Luchtvaart, heeft de brief namens de staatssecretaris beantwoord. Hij stelt dat er geen sprake kan zijn van toenemende overlast.
Geen nieuwe situatie
,,Om inzicht te krijgen in uw situatie heb ik het vliegverkeer boven Dronten in het eerste halfjaar van 2016 vergeleken met dat in de eerste helft van 2012’’, reageert Rob Huyser, ,,Ik kom tot de conclusie dat het verkeer weliswaar is toegenomen, maar dat er geen nieuwe situatie is ontstaan. Ook in de eerste helft van 2012 was sprake van een substantiële hoeveelheid verkeer in het luchtruim boven Dronten (circa 15.000 bewegingen).’’
,,Nadrukkelijk heb ik ook gekeken of de vlieghoogten sinds 2012 zijn verlaagd. Mij is gebleken dat daarvan geen sprake is. Evenmin is sprake geweest van een wijziging in de ligging van de vliegpaden. Volgens de procedures dienen naderende vliegtuigen zich op een hoogte van tenminste 7000 voet (2.100 meter) te bevinden boven Dronten.’’
De directeur Luchtvaart vervolgt: ,,Ik heb vastgesteld dat de overgrote meerderheid van de vluchten zich op een hoogte van boven de 10.000 voet bevindt boven Dronten. De vertrekkende vluchten bevinden zich meestal op nog grotere hoogte dan de aankomende vluchten.’’
Beperkt aantal klachten
Een analyse van de klachten vanaf 2013 laat volgens Huyser zien dat het aantal melders vanuit Dronten beperkt is. Dat zouden er ieder jaar rond de drie zijn: ,,En er is geen stijgende trend te ontdekken in het aantal klachten vanuit het gebied.’’
,,De geluidsbelasting op de grond als gevolg van het vliegverkeer van de vliegroutes van en naar Schiphol in uw woonomgeving blijft ruim binnen de wettelijke kaders’’, stelt de heer Huyser.
