DRONTEN - Sam Peetz uit de Verenigde Staten kijkt een beetje beteuterd naar zijn pannetje met macaroni en kaas. De internationale studenten aan de Aeres Hogeschool hebben voor de open dag van hun school allemaal een kraampje gekregen. Daar serveren ze lekkernijen uit de landen van herkomst aan de bezoekende Drontenaren. „De Fransen hebben ons aan alle kanten afgetroefd met hun kleding en de gerechten die ze hebben klaargemaakt”, beseft Sam.
Net als zijn medestudenten uit Noord Amerika staat Sam de bezoekers uitgebreid te woord. „Leuk om de mensen uit Dronten te ontmoeten en ons land te vertegenwoordigen”, zegt hij. Die macaroni met kaas moeten de bezoekers maar voor lief nemen. „Simpel en makkelijk klaar te maken”, geeft hij lachend toe, „Zoals veel Amerikaans eten. Het was een hele klus…”
Werk van gemaakt
Even verderop heeft Steven Githinji er veel meer werk van gemaakt. Steven komt uit Kenia, waar hij werkt in de vetinaire gezondheidszorg: „En daarnaast promoot ik de veehouderij en geef advies aan veeboeren.”
Vanwege die laatste functie is hij gedurende één jaar in Dronten, waar hij internationaal zuivelmanagement studeert. Steven heeft een studiebeurs gekregen van het Erasmus-uitwisselingsprogramma. „In juli hoop ik af te studeren, daarna ga ik terug naar Kenia.”
Graag naar buitenland
Sam Peetz volgt dezelfde studie, al duurt het voor hem slechts één semester. „Ik ben derdejaars student zuivelwetenschap aan de University of Wisconsin Platteville”, legt hij uit, „Ik wilde graag een deel van mijn studie in het buitenland doen en Nederland leek me een mooi land.”
De 53-jarige Steven Githinji was hier al eerder geweest: „Vorig jaar was ik drie maanden in Drachten. Nederland is een fijn land, de mensen zijn vriendelijk.”
Weinig contact met Nederlanders
Beide uitwisselingsstudenten wonen op de campus aan De Drieslag. „Ik vind het leuk”, zegt Steven. Sam vindt het wel jammer dat hij niet zoveel contact heeft met Drontenaren en medestudenten uit Nederland: „We leven vooral samen met andere internationale studenten. Heel af en toe komen er Nederlandse studenten langs.”
De Amerikaan heeft moeten wennen aan het Nederlandse onderwijssysteem: „In de States teken je in voor je colleges en die colleges zijn iedere week op dezelfde tijd en in hetzelfde lokaal. Hier is het veel dynamischer, het is veel lastiger om alles goed bij te houden.”
Geen woord Nederlands
Steven en Sam vinden het prachtig dat iedereen in Nederland de Engelse taal machtig is. „Vooral als je bedenkt dat ik geen woord Nederlands spreek”, biecht de Amerikaan op.
Hij constateert dat de VS en Nederland allebei westerse landen zijn en vindt de verschillen niet zo groot: „Het meest opvallend vind ik de fietspaden. Iedereen fietst hier! Verder zijn het vooral subtiele verschillen, al kijken Europeanen en Amerikanen wel heel verschillend naar een aantal zaken, vooral als je het over politiek hebt. Maar laten we het maar niet over politiek hebben…”
