DRONTEN - Kees Hellinga is 22 jaar, student en sinds kort eigenaar van een heuse stoomsleepboot: de Johannes. Vol enthousiasme en vastbesloten om de stoomtechniek over te dragen op de volgende generatie stapte hij in het avontuur. Aan de kade bij het MEC-museum in Dronten kijkt hij inmiddels sip naar zijn kostbare bezit. Het is overdreven om te spreken van oud ijzer, maar het is tot nu toe zeker niet wat hij ervan verwacht had.
Kees Hellinga en zijn kompaan Robbert van de Beek zijn stoomfanaten. Gezamenlijk zouden ze de boot opknappen, een beetje sleutelen en er vervolgens goeie sier mee maken bij stoomfestivals en Sinterklaasintochten. Zo hadden ze het in hun hoofd.
Kees wist dat de vorige eigenaar de boot verwaarloosd had, maar troostte zich met de wetenschap dat de ketel was goedgekeurd. Voor het belangrijkste onderdeel van de boot lag een keurig certificaat op tafel.
Fatale ochtend
En toen volgde die fatale ochtend in juni. Kees was in zijn nieuwe aanwinst op weg naar de nieuwe thuishaven bij het Mechanisch Erfgoed Centrum in Dronten. „We werden gesleept door de Adelaar, een andere stoomsleepboot, maar we voeren wel onder stoom”, blikt hij terug. Na een tussenstop in Lelystad maakte hij zich op voor de laatste kilometers over de Lage Vaart. „En bij het opstomen begon-ie te spuiten.” Een nachtmerrie!
Kees liet zijn boot naar Dronten slepen. „En hier bleek dat het probleem serieuzer was dan we hadden verwacht.” De goedgekeurde ketel was zo lek als een mandje. Was je chagrijnig? „Nee, eerder teleurgesteld”, reageert Kees.
Over twee jaar
„Het is de enige stoomboot in Flevoland. We wilden de boot gaan promoten, we wilden sponsoren zoeken, we wilden een vrijwilligersgroep in het leven roepen om de boot varende te houden. En dan wilden we er over twee jaar een nieuwe ketel in zetten.”
Die nieuwe ketel moet er dus nù al komen. Zonder dat er sponsors zijn, zonder dat er subsidie is aangevraagd, zonder dat er vrijwilligers zijn. Kees en Robbert staan er alleen voor, bijna met de handen in het haar. „Wat het gaat kosten? Hou maar rekening met een ton”, sombert Kees, „En dan heb ik het alleen over de ketel.”
Tweedehands
Stilletjes hoopt het tweetal dat ze nog ergens een tweedehands ketel op de kop kunnen tikken. Ze boren daarvoor hun contacten in binnen- en buitenland aan: „Maar we hebben nog niets gevonden. Het is ook niet eenvoudig, want dit type ketel wordt niet meer gemaakt en hij moet er precies in passen.”
En dan is er nog een extra probleem: de ketel moet uiterlijk 31 december goedgekeurd zijn. Lukt dat niet, dan valt-ie onder de wetgeving van 2019. Die is zoveel strenger dat het dan een schier onmogelijke klus wordt.
Schrootprijs
Het gaat te ver om te zeggen dat Kees een kat in de zak heeft gekocht. Hij wil niet zeggen hoeveel hij voor de Johannes betaald heeft: „Maar als ik dit geweten had, dan had ik de schrootprijs geboden en niet meer.” De verkoper verwijt hij niets: „Die heeft er geen verstand van en ging er ook van uit dat de ketel was goedgekeurd.”
Toch heeft hij de moed nog niet opgegeven: „Als we een ketel vinden en we moeten het met z’n tweeën doen, dan wordt het heel krap, maar dan ìs het mogelijk. We hebben er in ieder geval de kennis en de ervaring voor.”
Stoomsleepboot
Ze steken ieder vrij uurtje in de stoomsleepboot. Tegelijkertijd zijn ze druk met het oprichten van een stichting, het zoeken naar materialen, naar sponsors, naar subsidiepotjes en naar vrijwilligers: „Dat hoeven niet meteen scheepsmachinisten te zijn, ook timmermannen, schilders en elektriciens zijn welkom. En het hoeven geen vakmannen te zijn; je kunt het vak op de boot leren.”
10 jaar
We gaan nog even terug in de tijd. Hoe komt een twintiger ertoe om een historische stoomsleepboot te kopen? „Ik ben al sinds mijn tiende vrijwilliger bij het stoomgemaal in Nijkerk”, antwoordt Kees, „Daar heb ik het vak geleerd van de oude garde. Altijd sleutelen en prutsen.” In Nijkerk leerde hij ook Robbert kende, die er al sinds zijn achtste vrijwilliger is.
„Het gaat mij vooral om de techniek en om de theorie erachter. Die is heel complex. Als je naar deze stoomboot kijkt, dan is niets zonder reden gemaakt”, legt Kees uit, „Ik vind stoom mooi en ik heb ook wat met varen. In een stoomboot komt dat allemaal samen. Eigenlijk was ik van plan zelf een stoomsloep te bouwen. De spullen had ik al in huis.”
Verpieteren
„Op dat moment hoorde ik dat de Johannes ergens lag te verpieteren”, blikt Kees terug. De Johannes is 110 jaar geleden gebouwd en heeft tot 1971 dienst gedaan als sleepboot en ijsbreker, vooral in de omgeving van Berlijn. Daarna is-ie naar Wormerveer gegaan, waar hij dienst deed als partyboot. Na te zijn doorverkocht, kwam de boot in handen van een handelaar.
„Vooral de machinekamer sprak me aan, al zag ik meteen dat er een hoop werk in zat.” Zo heeft de laatste eigenaar het hele dek opgeschuurd, maar vervolgens niet geverfd. Het gevolg is duidelijk zichtbaar: roest.
Toen Kees de handelaar benaderde, wilde die ‘m aanvankelijk niet verkopen. Op het moment dat de jonge stoomliefhebber de hoop zo’n beetje had opgegeven, kwam de koop toch nog rond.
Rook en fluit
Nu ligt de stoomsleepboot dus als een stuk oud ijzer aan de waterkant in Dronten. „Hij lééft niet”, beseft Kees Hellinga als geen ander, „En daar was het allemaal om te doen: de stoomtechniek levend houden en doorgeven aan de volgende generatie. Dat is ook een maatschappelijk belang. Maar daar moet-ie wel voor varen, er moet rook uitkomen, er moet een fluit op staan.”
De droom van Kees? „Haha, een Sinterklaasintocht, het liefst hier ergens in de buurt, in Dronten, Biddinghuizen of Zeewolde. Komt Sinterklaas in Dronten niet meer aan de kade aan? Maakt niet uit, dan gaan we dat regelen!”