DRONTEN – Rij tussen ’s middags tussen vijf en zes uur eens een rondje door Dronten en her en der komen de smaaksensaties je tegemoet. Er wordt volop gekookt, om alle magen in de huishoudens weer gevuld te krijgen. Koken is voor velen een moetje, maar niet voor John de Groot. Hij begon in 2013 de kookgroep Flevo Culi en vertelt.
John, hoe is deze kookgroep tot stand gekomen?
„Nou, eigenlijk hobbymatig. We deden dit al met een groep vrienden en dan eens in de zoveel tijd ergens thuis. Dat is twintig jaar geleden al begonnen en de groep werd steeds groter. Kinderen kwamen erbij, buren en andere bekenden. Toch is het op een gegeven moment gestopt, maar ik bleef het koken wel heel erg leuk vinden. Na tien jaar heb ik het weer opgepakt en zo zijn we in september 2013 begonnen met deze kookgroep.”
Waar zijn jullie begonnen?
„Dat was in Lelystad, daar kom ik ook vandaan. We konden daar terecht in een Bed & Breakfast, maar zijn eigenlijk als snel naar de Dorpsboerderij Dronten gegaan. Dat is een hartstikke mooie locatie, ook omdat we ’s avonds het hele pand tot onze beschikking hebben. En de Dorpsboerderij heeft een mooi, lekkere keuken, waar we goed gebruik van maken. Iedereen kan daar zijn of haar ding doen.”
En de kookgroep is populair?
„Ja, dat zeker. Er zitten gemiddeld twaalf of dertien koks in de kookgroep en dat is ook wel de maximale grote. Op dit moment zitten we op tien koks, dus er kunnen er nog twee bij.”
Hoe ziet zo’n avond eruit?
„We komen rond de klok van 18.00 uur bij elkaar en beginnen dan met een borreltje. Tussen 18.15 en 18.30 gaan we aan de gang. We koken een 5-gangen diner en gaan allemaal tegelijk aan het werk, want een hoofdgerecht kost meer tijd dan een voorgerecht. Zo rond 20.15 uur is de eerste gang gereed en gaan we aan tafel. Als we het gerecht hebben opgegeten, zijn de volgende koks aan de beurt. Meestal wordt tussen 23.30 en 0.00 uur het dessert geserveerd.
We doen dat eens in de maand, op een vrijdagavond. De deelnemers betalen 45 euro per avond en daar krijg je dan ook alles voor. Wijn, ingrediënten en we hebben een dame die de afwas doet. Daar zijn dus ook geen zorgen over, haha.”
Welke invloeden komen vooral voorbij?
„Het is een keuken met een Franse inslag, om dat we dat gewoon een lekkere keuken vinden. Een enkele keer maakt iemand een uitstapje naar bijvoorbeeld Italiaans of zoals laatst naar Oosters. Maar dat is sporadisch.”
Hebben jullie altijd eten? Gaat het nooit mis?
„We blijven hobbykoks, maar je merkt wel dat het niveau steeds meer omhoog gaat. Het gaat bijna nooit mis, negen van de tien keer lukt het. En als het dan wel een keer misgaat, hebben we pech, haha. Maar er is altijd wel wat hoor.”
Wat is er zo leuk aan?
„Je hebt een leuke avond, je zorgt met elkaar voor lekker eten en drinkt een goed glas wijn. Daarnaast heb je ook altijd wel goede gesprekken, dus dat is hartstikke leuk. En je werkt met kwaliteit. Geen doorsnee karbonade, maar met goede ingrediënten.”
