DRONTEN - Ruim vijftig mantelzorgers uit de gemeente Dronten kwamen tijdens de landelijke Dag van de Mantelzorg naar De Meerpaal. „Zo’n dag is goed”, vertelt Lauren, „Ten eerste is het leuk. Ten tweede zie je andere mantelzorgers. Daardoor besef je op een dag als vandaag dat je niet de enige bent.”
Ze is mantelzorger voor haar zoon, die ADD en PDD-NOS heeft. Lauren wordt daar in alledaagse dingen bij voortduring mee geconfronteerd: „Soms niet zichtbaar voor buitenstaanders, maar juist wel binnenshuis. Kinderen houden zich vaak buitenshuis goed. Zodra mijn zoon thuis komt, voelt-ie zich veilig en kan hij zich wat laten varen. Dan komen de moeilijke dingen naar boven.”
Ze heeft er voor zichzelf en haar zoon geen behoefte aan om met haar naam in de krant te komen. Daarom gebruiken we een gefingeerde voornaam.
Heeft ‘de buitenwereld’ begrip voor jouw situatie? „Een aantal jaren terug was dat nog niet het geval”, antwoordt Lauren, „Nu er meer bekendheid komt, valt dat zo langzamerhand wel mee.”
Subtiele dingen
Toch hoort ze het nog regelmatig: „Jouw zoon daar is toch niets mee aan de hand?” Lauren weet dat haar situatie moeilijk uit te leggen is: „Het gaat vaak om subtiele dingen, bijvoorbeeld dat je tien keer moet zeggen: ga nou je tanden poetsen! Dat begint ’s morgens vroeg en dat duurt totdat hij gaat slapen. Dat kun je niet uitleggen in tijd. Als moeder groei je ermee op. Voor mij is het normaal, maar als ik zie hoe anderen leven, dan zie ik een groot verschil.”
„Als hij ergens naartoe gaat, moet ik héél goed uitleggen: dit gaat er gebeuren, zo en zo gaat het gebeuren, het duurt van zo tot zo laat, zo laat ben je weer terug. Zulke dingen”, vervolgt ze, „Contacten onderhouden is heel moeilijk. Normale pubers zeggen: dag mam, ik ga even naar m’n vriend. Dat gebeurt bij mijn zoon niet. Ik moet zeggen: fiets er maar heen, zeg dit, zeg dat, vraag hoe het met hem is. Je bent voortdurend bezig om hem op weg te helpen, om hem te stimuleren.”
Rol van de overheid
De overheid vindt dat mensen langer thuis moeten blijven. Daardoor wordt de rol van mantelzorgers groter en groter. Vindt Lauren dat ze genoeg ondersteuning krijgt? „Mijn ervaring is dat ze het hier in De Meerpaal goed doen”, klinkt het.
Door de diverse activiteiten heeft ze kennissen opgedaan onder mantelzorgers. En over de Dag van de Mantelzorg zegt ze: „Echt top! Ik vind het belangrijk om hier naartoe te gaan. Al deze mensen hebben iemand om te verzorgen. De één lichamelijk, de andere geestelijk, de één een oudere en ik een jongere. Dat geeft een verbondenheid. Als je dan eens iemand tegenkomt, kun je elkaar vragen stellen. Daarom waardeer ik het dat ze dit organiseren.”
Luisterend oor
Lauren kan niet voor anderen praten, maar heeft persoonlijk in Dronten goede ervaringen met wat ze ‘de meiden van Welzijn’ noemt. „Ik kan ze altijd bellen, ze zijn altijd bereid tot een gesprek. Inmiddels heb ik het niet meer zo nodig, want ik ben zeg maar ‘gevorderd’. Maar vooral als je net begint is dat luisterend oor heel prettig.”
Toch zijn er ook in Dronten nog wel wensen, zoals financiële ondersteuning en meer armslag voor de gidsen van de gemeente: „Zij kunnen veel meer doen als zij beter op de hoogte zouden zijn van wat er nodig is als je moet zorgen voor iemand met een beperking en wat voor invloed die beperking heeft op het gezinsleven.”
Nooit afgelopen
Terug naar haar eigen situatie. Komt er voor Lauren ooit een eind aan haar werk als mantelzorger? „Al gaat hij het huis uit, dan nog is het niet afgelopen”, beseft ze, „Ten eerste omdat je altijd moeder blijft, net als iedereen. Maar daarnaast blijf ik ook altijd moeder van een kind met een beperking.”
„Mijn zoon is wat ouder en dan komen er weer allerlei andere zaken op je pad. Hij moet een studierichting zoeken. Gaat hij op kamers wonen? Hoe doen we dat? Waar moet je heen? Dan vraag je kamerbegeleiding aan en krijg je als antwoord: daar is hij te goed voor.”
„Je moet dus eigenlijk òf heel slecht zijn òf goed. Kinderen die er net tussen vallen, daar is eigenlijk niks voor en dan komt het allemaal op de mantelzorger terecht. Dat is iets waarvoor de gemeente en de landelijke overheid meer aandacht zouden kunnen hebben: kinderen die net tussen de wal en het schip vallen.”
„Ik ben er héél, héél druk mee”, biecht Lauren op, „En waar veel mensen niet bij stilstaan: je bent niet alleen tijd kwijt aan praktische zaken. Wat minstens zo belangrijk is, dat je er in je hoofd voortdurend mee bezig bent. Het laat je nooit los.”