SWIFTERBANT - Voorzitter Rudi Maerman heeft goede hoop dat de ijsbaan in Swifterbant morgen (dinsdag) open kan. In Dronten lijkt de nieuwe onderverdeling in een grote en een kleine ijsbaan te werken, maar is het ijs nog niet dik genoeg. Ook Biddinghuizen heeft nog enkele dagen vorst nodig.
Biddinghuizen
„De kans dat er morgen bij ons geschaatst wordt is 0%”, zegt Tonnis Hilhorst, de nieuwe voorzitter van de ijsclub in Biddinghuizen, „Ik heb vanmorgen gemeten. Het was heel mooi, zwart ijs en hij zat helemaal dicht, maar het was nog maar drie centimeter.”
Over de vooruitzichten op de iets langere termijn kan Hilhorst weinig zeggen: „Dat moeten we afwachten. Ik ga morgenochtend weer een meting doen, want meten is weten. We bekijken het per dag.” De voorzitter stelt dat het ijs niet overal betrouwbaar hoeft te zijn: „Als het kan op een helft of eenderde, dan gaan we gedeeltelijk open.”
Dronten
„Ik ben er vanmorgen op geweest en ik heb een stukkie geschaatst. Mijn gewicht kon-ie nog nèt houden, maar als je er met meerdere mensen op gaat is het nog niet mogelijk”, zegt voorzitter Albert Bleijenberg van de ijsclub in Dronten, „Het moet nog één of twee nachten goed vriezen, maar ik heb niet veel hoop want ik denk dat het vannacht wat minder gaat vriezen.”
De grote natuurijsbaan in Dronten is de afgelopen periode onderverdeeld in een grote en kleine baan om op die manier eerder open te kunnen. Volgens Bleijenberg werpt die aanpak zijn vruchten af: „De kleine baan is nu 4 à 4,5 centimeter en ziet het ijs er hartstikke goed uit. Op de grote baan hebben we op sommige plaatsen ook 4 centimeter, maar op andere plaatsen veel minder; vooral in de hoek waar de wind vrij spel heeft. Dus ik heb goede hoop dat het geholpen heeft.”
Swifterbant
„We hopen morgen open te kunnen”, zegt voorzitter Rudi Maerman van ijsclub Swifterbant, „Hij zit helemaal dicht en we hebben ongeveer vier centimeter ijs. We hebben zes centimeter nodig, dus het moet nog wel een nacht flink vriezen. Als er geen sneeuw komt en het vriest vannacht weer een graad of zeven, acht dan moet het morgen lukken denk ik.”
Maerman maakt wel een voorbehoud: „We wachten af, we hebben het niet zelf in de hand.”