DRONTEN - „Nee, we zijn niet boos. Maar we zijn wel ontzettend teleurgesteld.” Dat zegt voorzitter Annie Haverkort-Cortvriendt van de stichting Projecten Rondom Het Torenbosje over het afwijzen van een subsidieverzoek door de provincie Flevoland. Haverkort vindt dat de provincie meer oog zou moeten hebben voor alles wat vrijwilligers doen.
De provincie Flevoland had een potje van 1 miljoen euro voor vrijwilligersprojecten, die de leefbaarheid bevorderen. Van de 34 ingediende aanvragen zijn er 12 gehonoreerd. „En die andere 22 ideeën waren echt allemaal leuke projecten”, meent Haverkort.
Vrijwilligers
Zelf had het Torenbosje subsidie aangevraagd voor de bouw van een replica van de boortoren, waaraan het bosje haar naam te danken heeft. Annie Haverkort zegt over deze en de andere afgewezen verzoeken: „Het waren stuk voor stuk projecten die de provincie en de overheid niet zelf hoefde te doen, maar die door vrijwilligers zouden zijn neergezet.”
De voorzitter wijst erop dat de provincie erg veel subsidies verstrekt en best 1 miljoen extra in het Fonds Leefbaarheid had kunnen stoppen: „Dan waren àlle projecten gerealiseerd en was er heel veel goodwill gekweekt bij 22 vrijwilligersgroeperingen in de eigen provincie. Dat een overheid dáár niet aan denkt…”
Tweede tegenvaller
Voor het Torenbosje, aan de Elburgerweg halverwege tussen Dronten en Elburg, is het de tweede tegenvaller. De stichting is ambitieus en zag eerder een plan voor een poel in het water vallen.
Voor wat betreft de boortoren geeft de stichting niet op. De architect is aan het kijken naar een kleiner en goedkoper ontwerp: „Want we willen nog steeds een markeringspunt op de plek waar de toren gestaan heeft. Met een schroef waar kinderen water kunnen oppompen en met water en zand kunnen spelen.”
„We gaan gewoon door, we laten ons niet wegzetten”, kondigt Annie Haverkort-Cortvriendt aan, „Je moet ook nooit stoppen als iets niet lukt. Als je ergens mee stopt moet je dat op een hoogtepunt doen en niet op een dieptepunt, want daar heb je je hele leven last van. En het Torenveld is nog niet af.”
