DRONTEN – Van het behandelen van de gevolgen van bermbommen en schotwonden ging het in april opeens om de zorg voor kwetsbare ouderen voor dertien militairen. De medische eenheid van de 43e geneeskundige compagnie van de Landmacht ging aan het werk in woonzorgcentrum Coloriet de Regenboog in Dronten. In dat verpleeghuis hadden ze te maken met het coronavirus bij bewoners en een aantal medewerkers. De rek van bijspringende collega’s en 12-uursdiensten draaien was er uit en het leger bood uitkomst. „Iedereen heeft dat als heel positief ervaren.”
Majoor Erwin Brouwers is Regionaal Militair Operationeel Adviseur en is vanuit Defensie vast verbonden aan de Veiligheidsregio Flevoland. In die hoedanigheid bereidde hij de komst van dertien militairen voor en begeleidde hij de krap drie weken durende ondersteuning. „Ik ben in april met het surveyteam op bezoek gegaan om te zien of onze komst het verschil zou kunnen maken. Dat was het geval.”
Zeer gewenst
De ondersteuning vanuit het leger was zeer gewenst. Covid 19 trof medewerkers en bewoners en Coloriet de Regenboog had een afdeling ingericht om bewoners met besmetting apart te verplegen. Daar werden 12-uursdiensten gedraaid. ,,Dat houd je een sprint vol, maar geen marathon”, meldt Mariëlle Steenveld, communicatieadviseur bij zorgorganisatie Coloriet.
Personeelsleden die nog wel werkten draaiden veel uren en raakten overbelast. „De zorg voor Covidpatiënten is zwaar. Ook omdat er door de landelijke richtlijnen geen familie bij kan zijn, behalve in de stervensfase. We kregen hulp van mensen van de wijkverpleging, de dagbesteding en ook vanuit andere locaties sprongen extra mensen in. Collega’s die ziek zijn door het coronavirus zijn langer afwezig dan wanneer het een griep is. Extra werken is even niet erg, maar je houdt het niet lang vol”, vertelt Mariëlle Steeneveld.
Veilig
Op vrijdag kwam het surveyteam langs, maandag was er de mededeling dat er vanaf dinsdag hulp kwam. Erwin Brouwers: „Dat eerste bezoek maakte duidelijk dat er in De Regenboog een goede structuur stond, dat er protocollen waren, dat er voldoende beschermingsmiddelen waren. De zorg en hygiëne waren op orde en het werken voor ons team was veilig. Alleen raakte de rek er uit. Op basis daarvan hebben we besloten dat we er goed konden inschuiven en gemakkelijk voor verlichting konden zorgen.”
Dinsdagochtend 21 april, stipt om acht uur, was het hele team present en gingen de manschappen, na een korte introductie, aan de slag. Het was wennen. „We zijn gespecialiseerd in trauma. In extreme gevallen gaat dat om het slagveld en verzorg je gewonde militairen”, vertelt Erwin Brouwers. „Het werk in een verpleeghuis is iets heel anders.”
Maakt indruk
De arts en de medisch verpleegkundigen werden ieder gekoppeld aan een medewerker van Coloriet. „Daardoor werkten onze mensen nooit in hun eentje, maar altijd samen met iemand die het verpleeghuis en de bewoners kent. Dat was prettig, ook voor de zorginstelling zelf.”
De militairen zijn wel wat gewend, maar ook op hen maakte werken in een verpleeghuis in coronatijd indruk. „In deze situatie verzorgden en begeleidden we kwetsbare en stervende mensen. Dat is iets heel anders dan een gewonde militair uit het slagveld halen en verzorgen. Het was voor ons een nieuwe wereld. Daarom was die intensieve samenwerking zo belangrijk.”
Mariëlle Steeneveld merkte dat de zorg snel opgepakt werd. „Iedereen heeft opa’s en oma’s, de herkenning is er wel. Omdat mantelzorg en familie het huis niet in mag gaat het naast zorgen ook veel over persoonlijke aandacht. De bewoners vonden het meestal prachtig. Ze hadden nieuwe gezichten waar ze hun verhaal aan kwijt konden. Er wonen ook enkele veteranen en die waren helemaal enthousiast. Dan moesten we beeldbellen om de militair aan de familie te laten zien.”
Begin onzeker
De tijdelijke inzet bracht lucht en ruimte. Zieke zorgmedewerkers werden weer beter en gingen weer meer en meer aan het werk, de ergste druk verdween. „Die begintijd was erg onzeker. Na een paar weken was de situatie weer stabiel”, licht ze toe. „De piek was voorbij en, het klinkt misschien gek, maar het went ook. Er komt steeds meer informatie. Je weet hoe de nieuwe protocollen zijn en raakt gewend aan het dragen van de persoonlijke beschermingsmiddelen.”
Op 8 mei zwaaide De Regenboog de eenheid uit. „Er is een band opgebouwd”, merkte Erwin Brouwers. „Onze mensen kwamen uit het hele land, maar iedereen was er die laatste vrijdagmiddag om drie uur. Ook personeel en bewoners waren aanwezig, het was een warm afscheid.” Daarna draaiden nog een paar mensen een dienst. „We zijn militairen en de afspraak was tot en met vrijdag. We hebben tot een minuut voor twaalf gewerkt.”
Op orde
In De Regenboog is de personeelskracht weer op orde, ze kunnen er het werk aan. Erwin Brouwers: „Stel dat het nog eens gebeurt dat de nood hoog wordt, dan volgt een beoordeling. Als daar uit blijkt dat we opnieuw een meerwaarde kunnen bieden en onze assistentie nodig is, dan zijn we er weer!”