DRONTEN - De Meerpaal krijgt een nieuwe directeur. Anke Weeda (65) gaat deze maand met pensioen en wordt opgevolgd door Hans Maris. DeDrontenaar.nl sprak met de scheidende directeur, onder andere over de verbeterde verhoudingen met het gemeentehuis. Ze vraagt zich af of de Drontenaren wel beseffen hoe bijzonder De Meerpaal is.
Op zich hoefde u nog niet met pensioen. Waarom zet u er toch een punt achter?
Anke Weeda: „Niet omdat ik een gebrek aan energie heb! Het is gewoon een natuurlijk moment: ons meerjarenbeleidsplan loopt aan het eind van het jaar af en ik wil m’n opvolger niet opzadelen met een plan van mijn hand.”
Vijf jaar geleden was Flevoland relatief onbekend voor u. Voelt u zich inmiddels Drontenaar?
„Ik woon hier niet, maar Dronten en de dorpen Swifterbant en Biddinghuizen vormen een bijzonder stukje Nederland. Je vindt bij de bewoners het initiatiefrijke van de pionierstijd terug en de betrokkenheid bij de samenleving om er samen iets goeds van te maken. Dat merk je bijvoorbeeld aan het feit dat De Meerpaal meer dan 500 vrijwilligers heeft, die zich inzetten voor hun gemeenschap.”
Is die betrokkenheid anders dan in andere plaatsen?
„Ik kan mij voorstellen dat in meer stedelijke omgevingen het betrokken zijn op elkaar anders is. Het landelijke, rurale zit er hier toch wel in. Dronten vindt zich aan de ene kant een stad, maar de mooie kanten van de mensen die elkaar kennen en het dorpse karakter vormen ook een pluspunt.”
Wat is er in die vijf jaar veranderd bij De Meerpaal?
„In het verleden zorgden wij voor een programmering, waarvan wij dachten dat het goed zou passen. Tegenwoordig gaan we naar de inwoners toe. Het welzijnswerk verplaatst zich bijvoorbeeld naar de wijken. We kijken: wat hebben inwoners nodig? Dat geldt ook voor cultuur: we steunen de amateurverenigingen. We doen ook kunstprojecten samen met de bevolking, zoals op het Steenbergenplein en straks het 3D-kunstwerk op het Meerpaalplein. We proberen meer uit de samenleving te halen.”
Chargeer ik als ik zeg dat De Meerpaal in het verleden elitair was?
„Ik denk dat je moet zeggen dat we meer van aanbodsgericht naar vraaggericht zijn gegaan: wat wil de samenleving van ons?”
We hebben de indruk dat ook de samenwerking met de gemeente Dronten sterk is veranderd. Hoe was die situatie toen u hier binnenkwam?
„Bij binnenkomst was de relatie met de gemeente slecht. Er waren verschillen van inzicht over onderhoud en financiering van het gebouw en er waren bezuinigingsperikelen. Dat hebben we constructief besproken en opgelost. Op het ogenblik versterken we elkaar, het overleg is goed. Daar ben ik heel blij mee.”
Heeft die verbeterde samenwerking te maken met personen of is het algemene klimaat verbeterd?
„Ik denk allebei. Je moet de bereidheid hebben om constructief met elkaar samen te werken. Maar de omstandigheden hebben ook meegewerkt: toen er minder geld te verdelen was, was het ook moeilijker om tot oplossingen te komen. Het belangrijkste was de wil en de bereidheid om met elkaar het beste te doen voor de inwoners van Dronten. Dáár zitten we allebei voor. Op dit moment zoeken we elkaar altijd op en proberen we in gesprek tot oplossingen te komen.”
Toch is nog steeds niet alles koek en ei. Met name als het gaat om het kostendekkend maken van het theater zijn er nog verschillen van inzicht.
„Dat klopt, maar wij hebben daarvoor inmiddels een plan ingediend bij de gemeente. Dat gaan we in september bespreken.”
Hoe ziet dat plan eruit?
„Dat ga ik nog niet vertellen, ik moet het nog met de gemeente bespreken.”
Denkt u dat het theaterprogramma in de huidige omvang in stand kan blijven?
„Als het aan mij ligt wel. Het is heel mooi dat wij in Dronten zo’n theater hebben. En als zo’n theater er eenmaal is, moet je ‘m ook benutten. Ik zou ook graag zien dat de Drontenaren wat meer cultuurminnend worden.”
Het theaterbezoek valt nog steeds tegen?
„In relatie tot landelijk blijft het in Dronten wat achter, al is de crisis daarop natuurlijk ook van invloed geweest. Vorig jaar hadden we 10% meer theaterbezoekers dan in 2016, dus er zit zeker progressie in. Maar het kan beter. Je ziet dat de grote namen als Brigitte Kaandorp en Youp van ’t Hek heel snel vol zijn. Maar soms zijn er ook pareltjes die wat minder voor de hand liggen, waarvan je denkt: het zou mooi zijn als mensen daar ook wat meer kennis van nemen.”
Van alle takken van sport in De Meerpaal ligt uw hart ’t meest bij het theater en kunsteducatie?
„Van origine wel. Dat neemt niet weg dat ik welzijn een zeer warm hart toedraag. Als ik zie wat er in de wijken en buurten gebeurt, wat buurtsportcoaches doen en ik zie alle recreatieve activiteiten: dat is ontzettend veel en dat draag ik een enorm warm hart toe. Het een is niet belangrijker dan het andere: integendeel, het moet elkaar juist versterken en dat gebeurt in toenemende mate.”
U wilt dat mensen meer naar het theater komen. Geldt dat ook voor andere onderdelen van De Meerpaal?
„Ons streven is juist geweest om veel meer naar buiten te gaan. Laat ik het zo zeggen: het gebouw is een vehikel; de activiteiten van De Meerpaal, dáár gaat het om. Soms doe je die in dit gebouw, maar steeds vaker buiten dit gebouw: door naar de dorpen te gaan, door in de wijken te zijn, door de amateurverenigingen op te zoeken. Het gebouw is steen. Het gaat erom: wat dòe je in dat gebouw, welke activiteiten zijn er.”
Welke voetstappen laat Anke Weeda achter?
„Vooropgesteld: De Meerpaal bestaat bij de gratie van het feit dat een collectief van medewerkers zich met veel enthousiasme inzet. Dat is belangrijker dan wat ik persoonlijk heb gedaan. Belangrijk vind ik wel dat wij samen met de bibliotheek het Serviceplein hebben gerealiseerd, zodat er een laagdrempelige plek is waar mensen informatie kunnen halen en elkaar kunnen ontmoeten. Ook aan de verbetering van de relatie met de gemeente heb ik, denk ik, een persoonlijke bijdrage geleverd. Dat geldt ook voor de draai naar meer gericht zijn op wat de inwoners willen.”
Wat zijn de hoogtepunten geweest in de afgelopen vijf jaar?
„Ik vond het 50-jarig bestaan van De Meerpaal heel erg leuk, dat we dat samen met de inwoners hebben gevierd. En daarnaast het koninklijk bezoek aan het dagatelier. Het was fijn dat op deze manier mensen met een beperking serieus werden genomen als kunstenaars.”
Waren er ook dieptepunten?
„Wat ik heel moeilijk vond waren de bezuinigingen op cultuureducatie. Wat ons boven het hoofd hing was dat àlle cultuureducatie zou stoppen. Dat vond ik héél dramatisch, want als dat weg is komt het nooit meer terug. Dat had betekend dat heel veel kinderen verstoken zouden zijn van muziekles, van dans, van theater maken. Gelukkig is dat niet gebeurd, maar wel hebben we nog steeds last van die bezuinigingen, dat werkt nog steeds door. In praktische zin was de enorme waterschade in het theater een dieptepunt.”
U hebt De Meerpaal een beetje veranderd, heeft De Meerpaal u ook veranderd?
„Het heeft mij niet zozeer als persoon veranderd, maar ik heb wel een andere kijk gekregen. Ik heb in het verleden bij de omroep gewerkt en bij de hogeschool voor de kunsten. Daar zag je veel kunst en cultuur met een grote K en een grote C. Hier heb ik gezien dat er ook in het amateurveld enorm veel mooie dingen gebeuren en dat het ontzettend belangrijk is dat mensen zich ontwikkelen op creatief en artistiek niveau. Dat is zeer waardevol.”
Bent u bij uw afscheid trots op De Meerpaal?
„Ja! Je ziet in Nederland niet vaak zoveel activiteiten bij elkaar. Vooral dat welzijn erbij betrokken is, dat zie je zelden. Dat maakt De Meerpaal heel bijzonder.”
Beseffen de Drontenaren hoe bijzonder deze toko is?
„Ik heb wel eens het idee dat het allemaal als vanzelfsprekend wordt gezien en dat mopperen makkelijk is. Maar het ìs niet zo vanzelfsprekend en ik hoop dat de Drontenaren dat zien. Je vroeg of ik trots ben op De Meerpaal, maar het is veel belangrijker dat de Drontenaren trots zijn op De Meerpaal.”
Wat gaat u nu doen? Hebt u geraniums?
„Ik ga eerst lekker op vakantie. Ik ben al gevraagd voor bestuursactiviteiten op cultuurgebied en ik wil wat meer tijd besteden aan schilderen, beeldhouwen en sport. Wat ik ook weer wil gaan doen is colleges volgen, omdat ik vind dat je moet zorgen dat je hoofd lenig blijft. Dat zit dan in de sfeer van filosofie, kunstgeschiedenis.”
Zien we u nog terug in Dronten?
„Ik zal hier niet dagelijks rondlopen, maar ik heb in ieder geval al een paar voorstellingen geboekt in het nieuwe theaterseizoen. Ik ga naar Youp van ’t Hek, Hans Dulfer en Jörgen Raymann met ‘Wubbo’s Last Words’, met name omdat daar echt een boodschap in zit.”