SWIFTERBANT - „Er ligt een taboe op dementie”, vertelt een mantelzorger in het Odensehuis in Swifterbant, „Mensen durven mij niet te vragen hoe het met me gaat. Dat leidt nogal eens tot eenzaamheid.” Partners van mensen met geheugenstoornissen voelen zich vaak niet begrepen. Juist daarom komen ze iedere vrijdagmiddag graag naar dorpshuis De Steiger. „Hier heerst een open sfeer.”
Het Odensehuis is een initiatief van Geertje Verheijen. Bij haar vinden de mantelzorgers begrip. De mensen met Alzheimer zelf komen er graag om samen te eten, te sjoelen, jeu-de-boulen of te wandelen. Eén van hen deed in het begin dwars, weigerde naar binnen te komen. Inmiddels wenst hij geen middag meer over te slaan. Hij noemt het ‘mijn clubje’, weet Geertje.
Niet zien aankomen
Hoe is Geertje Verheijen bij het onderwerp dementie betrokken geraakt? „Ik deed allerlei vrijwilligerswerk, onder andere bij het hospice”, blikt ze terug, „Via de broer van mijn overleden man kwam ik in aanraking met Alzheimer. We hadden nooit onenigheid en opeens kregen we ruzie over iets dat hij vergeten was. Ik vond dat vervelend, want ik had het niet zien aankomen.”
Ze verdiepte zich meteen in het onderwerp en las dat er een cursus was in Winschoten. De volgende dag zat ze al in de ‘schoolbanken’. Ze liep stage bij een Odensehuis, waar ze enthousiast raakte over de formule. Er volgde een opleiding in Geldermalsen. Sindsdien kan ze niet alleen een luisterend oor bieden, maar ook echt helpen.
2,5 Jaar geleden begon ze met haar Odensehuis aan de Sprengerlaan. Op een gegeven moment kwamen er gemiddeld twaalf mensen. Die groep is sindsdien uitgedund doordat er mensen overleden of werden opgenomen. Inmiddels zit ze iedere week in De Steiger, waar doorgaans drie echtparen de middagen bezoeken. Er is dus weer ruimte voor nieuwe ‘klanten’.
Met gelijkgestemden
„Het mooie is dat je hier met gelijkgestemden zit”, zegt één van de aanwezige mantelzorgers, „Je hoeft maar één woord te zeggen en de anderen weten wat je bedoelt. Er zijn inmiddels heel veel van dit soort initiatieven. Ik ga bijvoorbeeld ook naar de Mantelkring. Natuurlijk heb je er liever niet mee te maken, maar ik ben blij dat deze initiatieven er zijn. Het Odensehuis helpt je, het voegt wat toe.”
Geertje is inmiddels een deskundige als het om dementie gaat. „We ontkomen met z’n allen niet aan dit onderwerp”, beseft ze. Informatie vindt ze noodzakelijk, want de meeste patiënten en hun partners worden er nu van de ene op de andere dag mee geconfronteerd: „Ze weten niet wat ze er mee aan moeten. Ze hebben al voor vijftig jaar aan gewoontes en op het moment dat ze met dementie te maken krijgen, moeten ze helemaal opnieuw beginnen. In feite moet je opnieuw verliefd worden op een andere man of een andere vrouw.”
De schaamte
Een probleem is ook de schaamte: „Het wordt nog steeds gezien als een schande. Daar loopt iedereen tegenaan die iets wil doen met dementie. Door die schaamte gaat er in de meeste gevallen veel tijd verloren. En dat is jammer, want de mensen weten niet dat er echt iets te doen is aan vergeetachtigheid. Niet-dementerenden kunnen ervoor zorgen dat er iets in de plaats komt van hetgeen er wegvalt. Je moet niet meegaan in de dementie, maar leren om opnieuw te printen. Dat trucje moet je alleen wel ‘even’ onder de knie krijgen.”
Volgens Geertje zit er vaak een periode van 6 tot 8 jaar tussen het moment dat de diagnose gesteld kan worden en het het moment dat de betrokkenen er daadwerkelijk mee aan de slag gaan: „En dan is er al zoveel kwijt, dat is niet meer te repareren.”
Voor jezelf zorgen
In het Odensehuis geeft ze veel daarnaast aandacht aan de mantelzorger: „Ik wil hen bijvoorbeeld leren om voor zichzelf te zorgen. Want als je niet voor jezelf zorgt, kun je ook de ander niet helpen.” De mantelzorgers in De Steiger zijn het met haar eens. „Het belangrijkste is dat je geduld hebt, altijd positief blijft. En dat lukt de ene keer beter dan de andere keer”, aldus een van de partners, „Daarnaast is het belangrijk dat je een stukje eigen leven blijft houden.”
„Mijn man heeft nu al negen jaar Alzheimer. Thuis zit je maar met z’n tweeën, loop je het risico dat je buiten je partner geen leven meer hebt. Hier doe je toch weer contacten op. Maar ik ga niet altijd mee hoor, soms zie ik het ook als een vrije middag.”
Haar man vindt het fijn in het Odensehuis: „Het is gezellig. En het belangrijkste: mensen met dementie worden hier als normale mensen benaderd.” Wat dat betreft heeft ze een belangrijke boodschap voor ‘de buitenwereld’: „Soms beginnen mensen heel kinderachtig tegen hem te praten. Maar mensen met Alzheimer zijn niet gek, ze hebben alleen problemen met hun geheugen.