DRONTEN – Verbinding, dat woord komt vaak terug in het gesprek met de nieuwe teamchef van de politie van onder meer Dronten. Tom Nauta (55) is half april aan de slag gegaan voor Dronten, Noordoostpolder en Urk en hij is allerminst een voorstander van de politie als gesloten bolwerk. „Als je die verbinding zoekt ga je het samen doen. Geef mensen de ruimte en er gebeuren prachtig mooie dingen”, vindt hij.
Nauta leidt het team samen met Marc Wilbrink en heeft als teamchef de nodige ervaring in verschillende gebieden. De laatste acht en een half jaar was hij dat in Almere Buiten en Almere Hout. „Ik was, na dik acht jaar, toe aan een nieuwe uitdaging. In Almere mocht ik leiding geven aan ongeveer honderd mensen. Nu zijn dat er krap 150.”
Gediplomeerd boer
Het werkgebied is heel anders en toch voelt hij zich direct thuis. „Het meldingenpatroon verschilt hier van een stedelijke omgeving als Almere. Meer noaberschap en minder grootstedelijke problematiek, dat merk ik hier. Deze omgeving past bij mij, daarom heb ik gesolliciteerd. Je zult het misschien niet geloven, maar ik ben gediplomeerd boer. Ik kom uit de buurt van Franeker en wilde de melkveehouderij in. Ik heb, na mijn opleiding, een jaar in de VS op verschillende melkveehouderijen gewerkt. Toen ik terugkwam was de superheffing er net en viel er geen droog brood te verdienen.”
Een vriend ging bij de politie werken. „Hem leek het ook wel wat voor mij. Ik ben een grote kerel, niet bang en ik houd van een verzetje. Het is niet zo dat ik als kleine jongetje al droomde van de politie, ik wilde boer worden. Nu dat niet kon leek me de politie wel wat en ik ben het bureau van Franeker binnengestapt om te solliciteren”, meldt hij met een nog immer licht Friese tongval.
Trots
Hij kon inderdaad aan de slag en werkte als agent, bij de Mobiele Eenheid, als wijkagent en praktijkbegeleider tot hij opklom naar leidinggevende posities. „Ik ben nu op verschillende plekken teamchef geweest en dat bevalt mij goed. Je kunt wat betekenen voor de maatschappij en voor je team. Hier observeer ik de eerste tijd vooral. Waar zit de trots van dit team, daar ben ik benieuwd naar.”
Het afscheid in Almere verliep, door de coronacrisis, vreemd. „Ik heb een mailtje gestuurd met een afscheidsboodschap en een paar mensen gesproken, maar het was raar.” En nu is het kennismaken met de nieuwe werkomgeving eveneens een uitdaging. „Ik kende misschien zo’n twintig mensen van het team al. De rest niet en die kennismaking is nu een stuk lastiger, dat gaat vooral digitaal. Ook je netwerk buiten de deur is lastiger op te bouwen. Je kunt, op anderhalve meter afstand, wel persoonlijk kennis maken met de burgemeester, maar er een paar ambtenaren bij vragen kan dan weer niet. Het is zoeken.”
Stinkende best
Door al het videobellen en werken op afstand vindt hij het nu ingewikkelder om die openheid, waar hij van houdt, in de praktijk te brengen. „Je voelt bij videogesprekken toch minder emotie.” Het is voorlopig niet anders en ook in deze situatie maakt hij zich hard voor de dialoog.
„Ook als er zaken niet goed gaan ben ik daar open over. Soms doe je iets dat werkt, op andere momenten werkt iets juist niet. Dat kan gebeuren. We doen als politie onze stinkende best om ons werk voor de gemeenschap het zo goed mogelijk te doen. Als mensen iets te klagen hebben kunnen ze bij de wijkagent of bij mij terecht. Ik vraag dan altijd wél naar een oplossing, alleen de problemen benoemen, dat levert niet op. Ik wil niet in onmogelijkheden denken, er liggen altijd oplossingen klaar. Samen kunnen we die vinden.”